Studenten gaan hun eigen weg

De tennisbanen bij Belvedère in 1934

Aan de droom van NVLTB-oprichter Timon Schoevers - alle tennissers in Wageningen en omgeving verenigen - komt in 1929 een abrupt einde: de studenten scheiden zich af en richten de Wageningsche Studenten Tennis Club op, onderdeel van het Corps. Mogelijk  speelde de tijdgeest daarbij een rol. ‘Contact tussen studenten en burger is tegennatuurlijk’, aldus de president van het Corps. 

In de praktijk maakt de scheiding niet zo gek veel verschil: de NVLTB blijft huurder van de banen op het sportpark aan de Oude Dijkgraafscheweg; WSTC wordt onderhuurder van een van de twee banen. Ook wordt er aanvankelijk nog veel gezamelijk getennist. Wel is de competitiekracht door de splitsing ondermijnd. 
De jonge WSTC groeit als kool. Kennelijk is er al een flinke instroom van welvarende studenten met tennis-ambitie. Van zo’n 50 leden in 1929 gaat de studentenclub naar 100 leden in 1931, veel groter dan de NVLTB.  Omdat de WSTC steeds meer speeltijd opeist, maar ook vanwege alle drukte op het naastgelegen voetbalveld waar inmiddels ook wordt gehockeyd, gaat het  bestuur op zoek naar een andere accommodatie.
In 1931 weet Schoevers de heer Remmerde, eigenaar van hotel Belvedère bovenop de berg, zover te krijgen dat die twee gravelbanen aanlegt. In 1932 maakt de NVLTB de overstap naar de Domeinweg. Aanvankelijk zijn de leden enthousiast. De meesten wonen in de huizen en villa’s rond wat nu de Generaal Foulkesweg heet. Belvedère is dichtbij en lekker rustig. Op het sportpark kregen vooral de vrouwen minder vleiende opmerkingen te horen van de toeschouwers op het pal naastgelegen voetbalveld.  
Wel wreekt zich dat de club geen eigen baas is. Zo moet tijd worden ingeruimd voor hotelgasten. Zo nu en dan wordt daarom ook de  particuliere cementbaan – aangelegd in 1922 – van dr. Franck aan de Generaal Foulkesweg gehuurd.
Keerzijde is ook dat er geen kleedruimtes of douches zijn. Alleen bij toernooien en tijdens de competitie stelt het hotel een kamer met wastafel beschikbaar. In 1938 wil Remmerde daar vanaf. De hotelgasten hebben geklaagd dat ze last hebben van al het geloop. Leden bieden hun huis aan als verkleedruimte, maar uiteindelijk weet de club twee kleedkamertjes met douche  tegen het hotel aan te bouwen, kosten 275 gulden. Ideaal is de situatie niet, mede door de kleine uitloop rond de banen. In 1942 doet de NVLTB dan ook een poging terug te keren naar het sportpark.

Nieuws Overzicht