Henk le Grand (88) hangt z’n racket aan de wilgen

In 2022 was oud-voorzitter Henk le Grand (nu 88) prominent aanwezig bij het 100-jarig bestaan van de NVLTB. Ter gelegenheid van het eeuwfeest bood hij samen met zijn vrouw Herma het bestuur een Groninger koek aan. Nu stopt hij met tennissen en komt er een einde aan zijn lidmaatschap.

‘De gezelligheid op de dinsdagochtend ga ik zéker missen’, vertelt Henk le Grand. ‘Al een tijdje heb ik last van m’n ademhaling, en mijn reactievermogen is zoveel trager dat ik ook simpele ballen niet goed meer weet te behandelen. Tijd om te stoppen’. Dus neemt hij met pijn in het hart afscheid van de ruim dertig hoofdzakelijk 65+-mannen die op dinsdag, onder aanvoering van Louis van der Kolk, een balletje slaan, en met Kerst smartlappen zingen. Op de banen ernaast is dan een iets kleinere groep dames actief. Daar deed Herma (84) mee, tot ze afgelopen herfst een pees scheurde – ‘ik wilde een extra harde service slaan’. ‘Tennis eindigt met blessures, dat weet je, maar ik mis het enorm’.

Voetballen

Door haar ging Henk tennissen. ‘In mijn studietijd – wiskunde in Groningen - had ik wel eens een keertje getennist, maar ik was een voetballer, eerst in Winschoten waar ik ben opgegroeid en later in Groningen.’ Bovendien was er een andere grote liefde: schaakproblemen bedenken en oplossen, samen met zijn tweelingbroer Piet, waarmee ze internationale vermaardheid verwierven. Voetballen, dat kun je niet tot je 80-ste doen, hield Herma hem voor toen ze begin jaren zestig eerst naar Ede en later naar Wageningen verhuisden voor zijn eerste baan, bij het Scheepsbouwkundig Proefstation (nu Marin). ‘Het instituut had een computer gekocht. Men vond dat het een goede zaak om voor het gebruik ervan een wiskundige aan te trekken. Daarom werd bij het Mathematisch Instituut in Groningen geïnformeerd naar een mogelijke kandidaat. Ik was bijna afgestudeerd. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen: toegepast bezig zijn, niet het onderwijs in hoeven, en dan ook nog eens wonen op de Veluwe!’ Later werd hij directeur van het rekencentrum van de universiteit.

High Life

In Wageningen werden Herma en Henk gevraagd om toe te treden tot High Life’, ‘een intiem clubje’, aldus Henk, van zo’n dertig tot veertig tennissers die twee dagen in de week gebruik maakte van de twee gravelbanen bij hotel de Wageningse Berg. Toen die werden bebouwd, verkaste het gezelschap naar de inmiddels eveneens verdwenen banen bij voormalig ziekenhuis Pieter Pauw. Om ook competitie te spelen, meldde eerst Henk en later ook Herma zich in de jaren zeventig aan bij de NVLTB. ‘Herma is jarenlang actief geweest in de jeugdcommissie’, vertelt Henk. ‘Ik richtte me vooral op schaakproblemen. Daarom was ik compleet verrast toen ik werd gevraagd om voorzitter van de NVLTB te worden. Waarom ik ‘ja’ heb gezegd? Uit verantwoordelijkheidsgevoel denk ik. Er is nu eenmaal iemand die het moet doen en door mijn functie als directeur van het Rekencentrum had ik bestuurlijke ervaring. ‘Die zes jaar, van 1994 tot 2000, hebben me veel inzicht gegeven in het reilen en zeilen van de vereniging en de betrokkenheid van leden. Ik weet nog dat binnen een week beide trainers me belden om te zeggen dat ze weg zouden gaan. Waarschijnlijk was dat wel mijn beroerdste moment; geen idee hoe ik dat moest oplossen. Corry de Kroon bood toen aan dat voor haar rekening te nemen. Gelukkig kun je als voorzitter bouwen op veel enthousiaste leden.’ Een van de belangrijkste wapenfeiten uit zijn bestuursperiode was het verwerven van twee extra banen. Na jarenlang vergaderen en overleggen over herschikking op het sportpark wist hij voor 170 duizend gulden twee banen over te nemen van de universiteit, nu baan 12, 13 en 14. ‘Dat dat na heel veel gepraat voor elkaar is gekomen, vond ik een hoogtepunt. Wel heb ik achteraf gedacht: waarom hebben we er toen niet meteen drie banen van gemaakt?’

Gezelliger

Toen Henk en Herma lid werden, had de NVLTB ruim de helft van het aantal leden van nu, waren er zes gravelbanen en verscheen regelmatig clubblad de Racketpers. Was dat beter, leuker? ‘De Racketpers missen we weleens, aan de andere kant was het wel een heel gedoe en duur om het clubblad produceren en rond te brengen. Kleine verenigingen zijn vaak wel gezelliger, maar een grote tennisclub heeft meer mogelijkheden om clubjes en teams te vormen van mensen van ongeveer dezelfde speelsterkte. Dat is een groot voordeel, denk ik. Bovendien kunnen we nu jaar rond tennissen.’ Past padel daarbij? 'Eerlijk gezegd twijfel ik of er echt behoefte is aan een nieuwe sport. Bovendien ben ik bang voor versplintering, bang voor een vereniging met leden met verschillende belangen.’

Nieuws Overzicht